woensdag 30 november 2011

Slavernij in de Bijbel
Geschreven door Bart Klink   
maandag, 11 april 2005 01:00
Christenen, die de Bijbel als het Woord van God zien, verwijzen voor een goede moraal vaak naar de Bijbel. De Bijbel is Gods Woord en daar dienen we ons aan te houden, beweren ze. De passages over slavernij zien zij blijkbaar over het hoofd. Dit artikel laat het Bijbelse standpunt ten opzichte van slavernij zien. Lees en huiver!

De Bijbel heeft het veelvuldig over slavernij. God keurt slavernij goed en dringt soms zelfs aan op het houden van slaven. Ook staan er uitgebreid richtlijnen beschreven over hoe slaven behandeld moeten worden, wat hun rechten zijn en het seksueel misbruiken van slavinnen. Sommige christenen proberen deze passages te verbloemen door te beweren dat met "slaaf" eigelijk (dienst)knecht bedoeld wordt. Dit is onjuist omdat er een duidelijk onderscheid bestaat tussen deze twee woorden. Het woord dat in de onderstaande passages staat is doulos, wat het Grieks is voor slaaf. (dienst)knecht is in het Grieks een heel ander woord, namelijkdiakonos. De passages gaan dus wel degelijk over slaven, niet over (dienst)knechten. Alle gebruikte passages in dit artikel komen uit de Nieuwe Bijbel Vertaling

Het toe-eigenen van slaven
God geeft aan dat als je slaven nodig hebt, je die moet halen uit omringende landen. Deze slaven zijn je bezit en zullen voor altijd je slaaf blijven. Dit geldt echter niet voor het eigen volk (discriminatie dus).
Leviticus 25:
44 Als slaven en slavinnen kun je mensen kopen uit de omringende volken, 45 of vreemdelingen die bij jullie wonen of de nakomelingen die zij in jullie land hebben gekregen. Die slaven en slavinnen zijn je eigendom, 46 je kunt hen als erfelijk bezit aan je nakomelingen nalaten; zij zullen voor altijd als slaaf voor je blijven werken. Maar je volksgenoten, de Israëlieten, je eigen verwanten, mag je nooit als slaven afbeulen.
Deutronomium 20:
In deze passage wordt verteld dat de vrouwen en kinderen uit een veroverde stad als buit gezien mogen worden.
14 Maar de vrouwen en kinderen en het vee en alles wat er aan goederen in de stad is mag u buitmaken. U mag van de buit eten wat u wilt, want u krijgt het van de HEER, uw God.
In de volgende passages wordt de slaaf (de vrouw overigens ook) op één lijn geplaatst met het huis, rund, ezel en andere eigendommen:
Exodus 20:
17 Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort. 
Iets soortgelijks staat in Deutronomium 5:21

De rechten van de slaaf en hun behandeling
Slaven hebben zeer beperkte rechten die de meester bepaalt, zoals blijkt uit onderstaande passages. Slaven werden gezien als eigendommen en konden gekocht en weer verkocht worden.
Exodus 21:
2 Wanneer je een Hebreeuwse slaaf koopt, moet hij je zes jaar lang dienen; in het zevende jaar mag hij als vrij man vertrekken, zonder iets te hoeven betalen. 3 Als hij alleen is gekomen, moet hij ook alleen weggaan; was hij getrouwd, dan mag zijn vrouw met hem meegaan. 4 Als zijn meester hem een vrouw heeft gegeven en zij heeft hem zonen of dochters gebaard, blijven de vrouw en haar kinderen eigendom van de meester en moet de slaaf alleen weggaan. 5 Mocht hij echter te kennen geven dat hij zo aan zijn meester en aan zijn vrouw en kinderen gehecht is dat hij niet als vrij man wil vertrekken, 6 dan moet zijn meester hem naar het heiligdom brengen, hem tegen de deur of de deurpost zetten, en zijn oor met een priem doorboren. Hij blijft dan voorgoed zijn slaaf.
Exodus 21:
7 Wanneer iemand zijn dochter als slavin verkoopt, kan zij niet vrijkomen zoals de mannelijke slaven. 8 Als haar meester haar voor zichzelf bestemd had en zij hem niet meer aanstaat, moet hij haar laten terugkopen; hij heeft niet het recht haar aan derden te verkopen, omdat hij zijn verplichtingen tegenover haar niet is nagekomen.
Als een man seks heeft met een slavin die voor een ander bestemd was, moet hij een ram offeren voor vergeving.
Leviticus 19:
20 Als een man seksuele omgang heeft met een slavin die voor een andere man bestemd was, en ze was nog niet vrijgekocht of vrijgelaten, moet hij een schadeloosstelling betalen. Ze hoeven niet ter dood gebracht te worden, want de vrouw was nog niet vrij. 21 De man moet als hersteloffer voor de HEER een ram naar de ingang van de ontmoetingstent brengen. 22 Door de ram ten overstaan van de HEER te offeren, voltrekt de priester voor de man in kwestie de verzoeningsrite voor datgene waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt, en krijgt hij vergeving voor zijn zonde.
In een oorlog kan een Israëliet een vrouw van de vijand als slaaf nemen, hij mag er zelfs seks mee hebben.
Deuteronomium 21:
10 Als u ten strijde trekt tegen de vijand, en de HEER, uw God, levert hem aan u uit, 11-12 en u ziet onder de mensen die u krijgsgevangen maakt een mooi meisje dat bij u in de smaak valt en dat u tot uw vrouw wilt maken, en u neemt haar mee naar huis, dan moet zij haar hoofd kaalscheren, haar nagels knippen 13 en de kleren die ze als krijgsgevangene droeg afleggen. Gedurende een maand mag ze in uw huis om haar vader en haar moeder treuren. Daarna mag u met haar slapen en kan ze uw vrouw worden. 14 Als u haar op een gegeven moment niet meer wilt, moet u haar laten gaan waarheen ze wil. U mag haar niet verkopen en haar evenmin als een slavin behandelen, want u hebt haar al haar eer ontnomen.
Een mannelijke slaaf moet worden besneden. Dit is op latere leeftijd erg pijnvol en destijds levensbedreigend
Genesis 17:
12 In elke generatie opnieuw moet iedereen van het mannelijk geslacht besneden worden wanneer hij acht dagen oud is. Dit geldt niet alleen voor wie tot je eigen volk behoort maar ook voor jullie slaven, of ze nu bij jullie geboren zijn of van vreemdelingen zijn gekocht; 13 iedereen die bij jullie geboren is of door jullie is gekocht, moet worden besneden. Zo zal dit verbond met mij voorgoed zichtbaar zijn aan jullie lichaam.
Hoewel een meester zijn slaaf mocht slaan, moet hij zware verwondingen aan de ogen en tanden voorkomen.
Exodus 21:
26 Wanneer iemand zijn slaaf of slavin zodanig in het oog treft dat dit verloren gaat, moet hij hem of haar als vergoeding voor dat oog vrijlaten. 27 En als hij zijn slaaf of slavin een tand uitslaat, moet hij hem of haar als vergoeding voor die tand vrijlaten.
Ook mag de slaaf niet zo erg geslagen worden dat die er aan overlijdt, hij moet nog minstens een paar dagen blijven leven.
Exodus 21:
20 Wanneer iemand zijn slaaf of slavin met een stok slaat en hij of zij sterft ter plekke, dan moet er vergelding plaatsvinden. 21 Als de slaaf of slavin nog enkele dagen in leven blijft, gaat de eigenaar vrijuit; door het verlies van zijn eigendom is hij genoeg gestraft.
In de volgende passage heeft Abraham seks met de slavin van zijn vrouw omdat zijn vrouw zelf geen kinderen kon krijgen en daar teleurgesteld om is.
Genesis 16:
1 Abrams vrouw Sarai baarde hem geen kinderen. Nu had zij een Egyptische slavin, Hagar. 2 'Luister,' zei Sarai tegen Abram, 'de HEER houdt mijn moederschoot gesloten. Je moest maar met mijn slavin slapen, misschien kan ik door haar nakomelingen krijgen.' Abram stemde met haar voorstel in 3 en Sarai gaf hem haar Egyptische slavin Hagar tot vrouw; Abram woonde toen tien jaar in Kanaän. 4 Hij sliep met Hagar en zij werd zwanger. Toen Hagar merkte dat ze zwanger was, verloor ze elk respect voor haar meesteres. 5 Sarai zei tegen Abram: 'Voor het onrecht dat mij wordt aangedaan ben jij verantwoordelijk! Ik heb je mijn slavin ter beschikking gesteld, en nu ze weet dat ze zwanger is toont ze geen enkel respect meer voor mij. Laat de HEER maar beoordelen wie er in zijn recht staat: ik of jij.' 6 Abram antwoordde: 'Het is jouw slavin, doe met haar wat je goeddunkt.' Toen maakte Sarai haar het leven zo zwaar dat ze vluchtte.
Hier heeft Jakob seks met slavinnen waardoor de slavinnen zwanger werden. De slavinnen werden gebruikt om kinderen bij te verwekken..
Genesis 30:
1 Omdat Rachel geen kinderen van Jakob kreeg, was ze jaloers op haar zuster. 'Geef mij kinderen,' zei ze tegen Jakob, 'anders ga ik dood!' 2 Jakob werd kwaad en antwoordde: 'Ik ben toch zeker God niet? Híj onthoudt jou het moederschap!' 3 'Neem mijn slavin Bilha dan,' zei ze, 'en slaap met haar. Als zij kinderen baart, zal ik die op mijn knieën nemen; dan krijg ik door haar toch nakomelingen.' 4 Dus gaf ze hem haar slavin Bilha tot vrouw en Jakob sliep met haar. 5 Bilha werd zwanger en baarde Jakob een zoon. 6 Toen zei Rachel: 'God heeft mij recht gedaan: hij heeft mij verhoord en mij een zoon gegeven.' Daarom noemde ze hem Dan. 7 Opnieuw werd haar slavin Bilha zwanger, en ze baarde Jakob nog een zoon. 8 'Ik heb een zware strijd met mijn zuster gevoerd,' zei Rachel, 'maar ik heb gewonnen.' Ze noemde het kind Naftali.
9 Omdat Lea geen kinderen meer kreeg, gaf zij Jakob haar slavin Zilpa tot vrouw. 10 En Zilpa, de slavin van Lea, baarde Jakob een zoon. 11 'Het geluk is met mij!' zei Lea, en ze noemde hem Gad. 12 Toen haar slavin Zilpa Jakob een tweede zoon baarde, 13 zei Lea: 'Wat ben ik nu gelukkig! Alle vrouwen zullen mij gelukkig prijzen.' Ze noemde het kind Aser.

Golden deze wetten alleen vroeger?
Christenen proberen hier soms onderuit te komen door te beweren dat deze wetten alleen golden in dietijd, in die cultuur. Hoewel dit de wetten natuurlijk niet minder gruwelijk en mensonterend maakt, dacht Jezus hier toch heel anders over.
Mattheüs 5:
17 Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. 18 Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. 19 Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan.
Lucuas 16:
17 Maar nog eerder vergaan hemel en aarde dan dat er ook maar één tittel van de wet wegvalt.
De Wet (de Wet is de tora, de eerste vijf boeken van het Oude Testament: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deutronomium) waarin de meeste van deze passages over slavernij staan, blijft dus van kracht zolang de hemel en aarde bestaan, ook vandaag dus nog. Dit is ook niet zo gek gezien het feit dat Jezus een jood was die zich aan de Wet moest houden. In de tijd van Jezus was slavernij heel normaal, zoals ook blijkt uit een aantal Bijbelse passages uit het Nieuwe Testament (o.a. Mat. 18:25, Mar. 14:65). Jezus moest dus zeker ervan af geweten hebben, toch veroordeelt hij het nergens.
Verder blijkt uit vele passages dat God onveranderlijk is (o.a. Num. 31:19, Ez. 24:14, Jak 1:17). De moraal (waaronder dus het houden van slaven) die Hij toen had, heeft Hij dus nog steeds.
Slavernij wordt tegenwoordig gezien als iets volstrekt immoreels en mensonterend. Toch denkt God daar blijkbaar anders over….

Bertrand RussellBertrand Russell, Engelse filosoof en wiskundige. deatheist.nl